Voedselbos
door Floortje Strijbis
Vol goede zin sta ik op. Al ben ik allang wakker want met een baby is (uit)slapen al weken verleden tijd. Ik gooi de gordijnen open. Het is fris, droog en een dapper zonnetje piept door het wolkendek. Na een snelle boterham, kop koffie en een kus voor lief en baby grijp ik nog snel tuinhandschoenen en een spade mee uit het schuurtje. Wat een geluk dat ons huurhuis aan de Wolfskuilseweg zo volledig uitgerust is dat er zelfs tuingereedschap aanwezig is!
Ik spring op de fiets en cross door de Bredestraat richting het Voedselbos Novio. Ik scheur het pad op en zet snel m'n fiets op slot. Er staan al een aantal vrijwilligers te kletsen. Ik voeg me bij hen en zie uit m'n ooghoek dat niemand van hen z'n fiets op slot heeft gezet. Ik glimlach; een jaar in Nijmegen heeft m'n in Amsterdam 0pgedane gewoontes nog niet weten uit te wissen.
Het wachten is op Wouter van Eck, dé Voedselbos-goeroe van Nederland. Zijn bos in Groesbeek bedient Nijmeegs restaurant De Nieuwe Winkel van allerlei exotische vruchten en groenten voor het geheel plantaardige menu. Als een voedselbos eenmaal geworteld en geaard is groeit het vanzelf maar sinds de aanplant drie jaar geleden is herplant nog soms nodig. Vandaag steken we met een groep vrijwilligers van het Voedselbos de handen uit de mouwen. Een deel van het bos kreeg door de droge zomer een flinke knauw en haalde het niet, een ander deel is iets te enthousiast gemaaid door een onwetende groenaannemer. Om deze stukken opnieuw te laten begroeien, plantten we vandaag 201 bomen en planten. Ze liggen al klaar. Ik lees de labels, er liggen zilverbessen, tamme kastanjes, vijgenbomen, appelbomen en nog allerlei soorten die ik niet ken. Vrijwilliger Lies en ik kijken verlekkerd naar de fruitbomen. Lies vertelt dat ze alweer een leuk recept heeft bedacht voor haar receptenrubriek in de volgende editie van De Stenen Bank. 'Die planten wij wel!'. Roepen we wijzend naar de vijgenbomen.
Ik stamp me warm en pak m'n spade om te helpen met het planten van de zestig elzen die zullen dienen als een windhaag. Een van de vrijwilligers kijkt met lachend aan. "Floortje, dat is geen spade, dat is een schep. Tenzij je grote hoeveelheden aarde wilt gaan verplaatsen zul je daar weinig aan hebben!" Ik voel het schaamrood naar mijn kaken stijgen. Dertien jaar in de randstad hebben mijn Wageningse roots wel erg weinig goed gedaan!
Na twee uur werken -met een geleende spade kon ik toch wat doen- staan alle bomen en planten op de door Wouter zorgvuldig uitgekiende plek. Door het grote animo zijn we zelfs eerder klaar dan gedacht! Er wordt nog wat nagekletst. Ik kijk om met heen, iedereen heeft lekkere rode wangen van het buiten werken. Na een warme kop koffie ga ik op zoek naar mijn fietssleutel en zwaai gedag. Thuis zet ik de schep terug in de schuur. Ik moet lachen wanneer ik zie dat er ook een spade staat.